Langs Oude Wegen naar de Pyreneeën - 2002


Langs Oude Wegen en Pelgrimssteden
van Maastricht naar de Pyreneeën 2002

door Peter en Ester

Na de geslaagde maar zware fietstocht vorig jaar van Maastricht naar de Middellandse Zee beginnen we dit jaar aanzienlijk beter voorbereid aan de tocht van Maastricht naar de Pyreneeën. Niet zozeer het aantal trainingskilometers is verbeterd want dat was vorig jaar ook wel in orde, maar de hoeveelheid bagage voor 2 personen is gereduceerd van 55 kilogram vorig jaar tot 31 kilogram dit jaar. We hebben een klein, lichtgewicht tentje aangeschaft en heel veel dingen thuisgelaten die we vorig jaar meegesjouwd hebben zonder dat we ze nodig gehad hebben. Met name is de hoeveelheid kleding geminimaliseerd. Ook de gewichtsverdeling tussen Peter en Ester en de gewichtsverdeling op de fiets is aangepast. Ester fietst dit jaar zonder voortassen (dit kan nu vanwege veel minder bagage) en dit heeft het fietsen veel gemakkelijker maakt. Niet in de laatste plaats is de afstelling van de fietsen veranderd; we hebben geëxperimenteerd met zadel- en stuurhoogtes tot we een comfortabele fietshouding hebben gevonden. We hebben gebruik gemaakt van de route beschreven in het boekje "Fietsroute Langs Oude Wegen en Pelgrimssteden" van Clemens Sweerman, uitgave 2000.

We zijn de tocht weer begonnen met een treinreis naar Maastricht en zijn van daar uit gaan fietsen. In tegenstelling tot vorig jaar (ontzettend heet) zijn we de tocht nu gestart in de stromende regen... ...

Dag 1 – Woensdag 10 juli - Maastricht naar Spa (71 km - 4 h 38 min)

Limbourg

Het enige nieuwe stukje ten opzicht van vorig jaar (De groene weg naar de Middellandse Zee) was een klim naar Limbourg, een oud plaatsje op een bult waar we in de stromende regen op een bankje boterhammen hebben zitten eten. Onze enige andere stop van de dag was bij de abdij van Val-Dieu, waar we ons moed hebben ingedronken met warme chocolademelk. Onze nieuwe Agu regenpakken hielden ons wel beter droog als de regenpakken die we vorig jaar gebruikten, maar naar verloop van tijd ben je toch kletsnat door binnensijpelend regenwater en zweet (bestaan ademende regenpakken eigenlijk wel ??).


Even opdrogen bij de Abdij van Val-Dieu

En omdat we toch voor ons plezier op vakantie zijn, hebben we in Spa (het eindpunt van deze dag) tegen onze gewoonte lekker een bed & breakfast genomen, want we zagen het echt niet meer zitten om op deze eerste dag op een nat veldje in de regen te gaan staan. Achteraf was kamperen misschien nog niet eens een echt drama geworden, want we waren nog niet binnen of de zon brak door. Konden we tenminste droog Spa in om wat te eten. Die bed & breakfast was overigens wel een verwennerij; een grote smaakvol ingerichte kamer in zo’n sjiek oud herenhuis. Met bad en zeepjes en veel droge handdoeken!

Dag 2 – Donderdag 11 juli - Spa naar Sart (48 km - 3 h 10 min)

Na een sfeervol ontbijtje met croissantjes zijn we vol goede moed verder gefietst naar Lierneux, een tocht bergop. Gelukkig scheen de zon weer, al bleef het weer onvoorspelbaar en moesten we de hele tijd in de weer met truien.


Kerkje van Haute Desnié Tussen Spa en Stoumont

Veel groene kilometers vandaag en weer allemaal op bekend terrein. We hadden ons helemaal verheugd op onze vertrouwde picknickplek langs de Lienne, maar daar zaten al andere vakantiefietsers. Nu moesten we lunchen op een stapel boomstammen. Zelfs dat was ons niet gegund, want toen ging het nog regenen ook. Eventjes maar hoor, en toen vonden we ook nog een ander sfeervol plekje langs het riviertje.


Picknick lang de Lienne

Het fietsen ging vandaag relatief makkelijk na de inspanning van gisteren in de regen. We staan vanavond ondanks eerdere slechte ervaringen weer op camping Les 3 Sarts in Sart, waar de vorig jaar al schandalig dure douches nog schandaliger duurder zijn geworden.

Dag 3 – Vrijdag 12 juli - Sart naar Bastogne (51 km - 3 h 28 min)

… en ze verkochten ook al geen brood op de camping! Gelukkig hadden we nog wat dingetjes over van gisteren om op te ontbijten. De dag begon weer met klimmen, en elke keer als we dachten dat we er waren verscheen er om de bocht weer een nieuwe helling.


Klimmetje naar Montleban

Maar het ging wel langs een erg mooie weg langs de Ourthe. En aan de Ourthe lag nog de camping die ons vorig jaar aan koud water voor onze bidons heeft geholpen. Deze keer hebben ze ons aan brood geholpen, al was het oneetbaar eendjesbrood uit de vriezer. Bij Bourcy zijn we van de Groene Route afgeweken en zitten we op de Oude Wegen. Vanavond staan we op de camping van Bastogne, met de luxe van supermarkten en bakkers, dus dat eendjesbrood kan weg! Met een goed gevulde maag durven we er weer over te denken om morgen verder te fietsen, al hebben we eigenlijk recht op een rustdag. We zullen morgenochtend wel eens kijken hoe stijf we van onze matjes komen.


Camping van Bastogne

Dit jaar hebben we een nieuw, klein Vaude tentje gekocht. Erg lichtgewicht, net geschikt voor 2 personen en bagage. Als het regent wel claustrofobisch.

Dag 4 – Zaterdag 13 juli - Bastogne naar Jamoigne (53 km - 3 h 21 min)

We hebben vanochtend ontbeten bij de start van een rally met oeroude autootjes van rond 1900. Van die dingen met ingebouwde picknickmanden en paraplustandaards. Daarna hebben we met het lood van gisteren nog in de benen door weilanden van gehucht naar gehucht gereden, met nergens een winkeltje, maar wel met allemaal een flinke kerk. En die kerken liggen allemaal boven op een heuvel, en we moeten er stuk voor stuk langs, want we volgen tenslotte de pelgrimsroute richting Santiago. Het laatste stuk was gelukkig leuker fietsen, door dennenbos, over een lange, rechte, vers geasfalteerde weg naar beneden. We waren dan ook erg vroeg op de camping. We staan hier naast een riviertje, onder een boom en bij een comfortabele bank. Aan ons geluk ontbreekt nu alleen nog de zon!


Dag 5 – Zondag 14 juli - Jamoigne naar Dun-sur-Meuse (62 km - 3 h 30 min)

We beginnen het kamperen weer een beetje onder de knie te krijgen en waren om de recordtijd van 9:15 op pad. En toen ook nog de weg naar beneden ging, recht het dal van Orval in, waren we de eerste en enige bezoekers van de abdij. Het weer was echter zo donker en triest dat we maar een kaartje hebben gekocht voor het geval de foto’s zijn mislukt.


Abbaye d'Orval

We zijn zo’n beetje de hele dag langs riviertjes blijven rijden, door veel groen en bermen vol met bloemen. Qua pelgrimszaken was Avioth erg leuk, een klein gehucht met een joekel van een kerk vol beeldhouwwerk. We hebben onze conditie toch onderschat, want we waren alweer veel te vroeg op de camping, alwaar het kou kleumen werd in een stevig briesje. Dat is nu gelukkig gaan liggen. Nare camping hier trouwens, we zitten nu in Frankrijk en het lijkt erop dat hier geen regels zijn voor sanitair.

Frankrijk? 14 juli? We zitten in Frankrijk, en we hebben helemaal niets gemerkt van wat voor feestelijkheden waar dan ook.


Grens met Frankrijk Notre Dame van Avioth
Dag 6 – Maandag 15 juli - Dun-sur-Meuse naar Varennes-en-Argonne (27 km - 1 h 26 min)

Deftige namen allemaal voor vervallen dorpjes in korenvelden. We zijn tijdens ons tochtje van maar 30 km akelig veel oorlogskerkhoven tegengekomen; we zitten hier vlakbij Verdun. De camping hier, een municipalletje, is heerlijk rustig na dat mega ding van gisteren. We zijn er zelfs nog in geslaagd om eten in te slaan om een hapje te kunnen koken.


Dag 7 – Dinsdag 16 juli - Varennes naar Châlons-en-Champagne (86 km - 4 h 39 min)

We zijn door de Champagne gefietst en geen druif gezien! Ze maken champagne toch niet stiekem van koren, soya, bieten en mais? Verder hebben we geen klachten over de champagne; met een zonnetje en een stevige wind in de rug was het goed fietsen.


Onderweg door de Champagne

Weer veel kerkjes gezien natuurlijk, waarvan de suikertaart van het Courtisol dorpje l’Epine. Hier in Châlons hebben we bovendien de Cathédrale St Etienne (viel een beetje tegen), de St Alpin (mooie ramen) en de indrukwekkende Notre-Dame-en-Vaux bekeken.


De camping blijkt een luxe, met zelfs wc-papier. Naast ons staan Belgische fietsmaniakken (willen helemaal naar Santiago fietsen in 17 dagen) en een vermoeide wandelaar die uit Reims (volgens ons meer dan 50 km) is komen lopen. Als je het zo bekijkt zijn wij nog relaxed op vakantie.

Dag 8 – Woensdag 17 juli - Châlons naar Troyes (101 km - 4 h 57 min)

We hebben vandaag in een recordtempo de recordafstand van 101 km gereden. We hebben namelijk door het eindeloos niets van Noord-Frankrijk gereden, en dat kost geen sightsee tijd. Het niets bestond uit zonnebloemen, papaverbollen, koren en zelfs hennep. Ook wel weer dorpjes gezien natuurlijk, maar geen spannende en we raken (nu al) een beetje kerkjesmoe.


Net toen we dachten dat we nooit meer ergens iets drinkbaars zouden kunnen krijgen (erg heet vandaag!) kwamen we in Charmont een cafeetje tegen waar ze niet alleen Ice-tea hadden, maar ook nog spontaan aanboden om onze bidons met water en ijsklontjes te vullen; we zagen er kennelijk een beetje oververhit uit.  We zijn een beetje opstandig vandaag, want we hebben ons tentje lekker op een keurig stukje plantsoen gezet in plaats van het hobbelige tentenveld.

Dag 9 – Donderdag 18 juli - Troyes naar Ligny-le-Châtel (76 km - 4 h 15 min)

Het ging vandaag niet meer zo soepel als gisteren, maar het begint dan ook wat hobbeliger te worden. Vanochtend hebben we eerst Troyes bekeken, een geweldig stadje vol vakwerkhuisjes en mooie kerken. Wij hebben ons voor de gelegenheid beperkt tot de Cathédrale Pierre; Paul met prachtige ramen en de Basilique St Urbain met minder mooie ramen, maar met meer beelden enzo.


Kathedraal van St. Pierre-et-Paul

De vakwerkhuizen zijn de hele dag gebleven (zelfs een vakwerkkerk). Ze geven deze streek iets knus, zeker zo tussen de zonnebloemen. De omgeving wordt ook langzaam wat groener.


Vakwerkhuisjes in Troyes

Uiteindelijk zijn we niet volgens planning gestopt in Ervy-le-Châtel, alhoewel erg leuk met een rond vakwerkbouwsel en een oude poort, maar doorgereden tot Ligny-le-Châtel. Dit ligt sfeervol aan allerlei watertjes, heeft een imposante kerk met eens stevige toren en rijtjes oeroude huisjes met een wasplaats ertussen. Zonnetje erop en het vakantiegevoel is compleet (al staan we hier op de camping midden tussen de Nederlanders).


Wasplaatsen van Roncenay en Ligny-le-Chatel
Dag 10 – Vrijdag 19 juli - Ligny-le-Châtel naar Châtel-Censoir (69 km - 4 h)

We zijn langs wijngaarden en zonnebloemvelden gefietst en de weg begint te smelten; dat betekent dat we al aardig zuidelijk zitten.


Chablis 2002

We zijn begonnen met een stevige klim door de Chablis naar Auxerre. Dat lag statig tegen een heuvel aan de oever van de Yonne. We hebben ons in de kathedraal van St Etienne de ramen met het leven van St Jacques laten aanwijzen, maar we herkenden er niet veel in. Verder hebben we de abdij van St Germain bezocht, die tegenwoordig dienst doet als museum. Hoogtepunt daar is de crypte met de kist van St Germain (wonderbaarlijk genezen van zijn blindheid) en z’n 9e eeuwse fresco’s over St Etienne.


Kathedraal van St. Etienne in Auxerre Abbaye St. Germain

Helaas hadden we na de uitgebreide (Franse) rondleiding geen tijd meer voor de rest van Auxerre en zijn we doorgefietst langs de Yonne met bijbehorend kanaal. Een eenvoudig traject langs langgerekte rivierdorpjes en Chateaux met Bourgogne. Vanavond kamperen we nog langs Yonne en kanaal, maar morgen gaan we afbuigen naar Vézelay.


Eindbestemming Chatel-Censoir
Dag 11 – Zaterdag 20 juli - Châtel-Censoir naar Prémery (86 km - 5 h 13 min)

Het was stevig klimmen naar Vézelay, dat op het topje ligt van zijn eigen steile heuvel. En op het topje van het topje ligt de basiliek van Ste Madeleine, als een van de letterlijke hoogtepunten op de route naar Santiago. We weten niet waaraan Ste Madeleine haar status heeft verdiend, maar haar schitterende basiliek ligt in elk geval sfeervol aan het einde van een steil middeleeuws straatje aan een plein met veel uitzicht. Geen gebrandschilderde ramen deze keer, maar wel veel licht om de talloze kapitelen vol Bijbelse taferelen bij te bekijken. Het stadje is nog steeds een echt pelgrimsplaatsje, met ingebouwde Jacobsschelpen en reli-souvenirwinkeltjes.



Vezelay en de Basilique Sainte-Madeleine

Na Vézelay volgde nog een heerlijke afdaling en tot Corbigny was het genieten, maar de laatste 30 km waren voornamelijk afzien. We hadden al ons kruit verschoten op de klimmetjes naar en in Vézelay, het was bloedheet en de weg was eentonig en hobbelig. Bovendien zijn we toe aan een rustdag! We hebben net flink boodschappen gedaan hier in Prémery, dus we kunnen een dagje blijven.

Dag 12 – Zondag 21 juli - Rustdag in Prémery

We zijn naar de jaarlijkse happening van Prémery geweest, een brocante vol oude rommel. Gelukkig zijn we niet in de verleiding gekomen om er iets te kopen, want dan hadden we dat mooi de rest van de vakantie mee moeten zeulen. Verder hebben we in het zonnetje mensen zitten kijken, wasjes gedaan en de fietsen gepoetst met Peters shirtje waar toch al smeer op zat.

Dag 13 – Maandag 22 juli - Prémery naar St-Amand-Montrond (117 km - 6 h 3 min)

We hadden een kort etappetje op het programma staan, want St-Amand-Montrond was véél te ver en bovendien moesten we Nevers bezichtigen. We hebben dus op ons dooie gemak de 30 km klimmetjes naar Névers gefietst en het kerkje van St Etienne bekeken, wat oud is en bijzonder. Dat bleek dus mooi meteen het enige ouds te zijn dat Nevers rijk is, want Nevers is in WOII per ongeluk plat gebombardeerd. De Kathedraal St Cyr-Ste Julitte lijkt van buiten oud, maar binnen is in het licht van hyper modern glas-in-lood te zien dat het veel werk geweest moet zijn om hem na het bombardement weer in de oude staat te herstellen. Hij is nu ook erg leeg van binnen en uit het moderne orgel schalt moderne muziek.


Nevers

Na Névers zijn we met kanaal en al de Loire overgestoken via een aquaduct met een smal pad erlangs. Vlak daarna zou ons volgens het boekje een camping wachten, en hebben we eten ingeslagen. Bleek toen de camping gesloten te zijn! Terug naar Névers vonden we geen optie, dus dat werd een natuurcamping of toch maar die veel te verre camping van St Amand. Uiteindelijk is het de laatste geworden, ook omdat het fietsen zo lekker ging. Het is hier namelijk redelijk vlak. Onderweg hebben we nog een versterkte boerderij en een leuke donjon gezien.


Aquaduct over de Loire Donjon van Jouy
Dag 14 – Dinsdag 23 juli - St-Amand-Montrond naar Montgivray (84 km - 5 h 11 min)

Het ging vandaag weer niet helemaal goed met de planning. We zouden voor het ontbijt het jaagpad met Romeinse dingen doen, dan het fort en na het ontbijt de rest. Maar het pakte een beetje anders uit … kilometers grinterig jaagpad gefietst en geen Romeinse steen gezien, laat staan een groot theater. Het fort hebben we ook maar laten zitten, want volgens onze buren was dat een half opgegraven bouwput en een grote teleurstelling. En het ontbijt? Dat lukte ook niet, want alle bakkers die we vonden waren (al dan niet definitief) gesloten.


Vernais Landschap onderweg

“De rest” was de fietstocht naar La Châtre, waar we op een yoghurtje, een plak ham en een handje pinda’s aan moesten beginnen. Gelukkig was de bakker van Le Châtelet 5 minuten na sluit nog open en konden we aan de perentaart. Dat was meteen het hoogtepunt van de dag, want jeetje wat was de route saai vandaag; allemaal smeltende wegen tussen heggen door. Ondanks het vele klimmen dus niet eens uitzicht! La Châtre ziet er wel veelbelovend uit, met een mooie kerk en een donjon. Het bezoek stellen we even uit tot morgen, want de campings van La Châtre liggen ver buiten de stad en onze prioriteit ligt even bij een koele supermarkt.

Dag 15 – Woensdag 24 juli - Montgivray naar Crozant (56 km - 3 h 51 min)

Gisteren een schietgebedje gedaan voor verfrissende regen, en vandaag kregen we die dus, volgende keer moeten we even erbij zeggen dat-ie ’s ochtends op moet houden en niet gepaard mag gaan met tegenwind. Allereerst hebben we nog even de kerk van La Chatre bekeken, met mooi glas-in-lood en een nogal kitscherig beeld van St Jacob.


Donjon van La Chatre Het speelgoedkasteel van Sarzay

Kwamen we meteen langs de vakwerkhuisjes en de moderne-beeldentuin. Die hadden vast iets te maken met George Sand, want daar heeft hier alles iets mee te maken. Gelukkig was het net even droog bij het kasteel van Sarzay, een fotogeniek speelkasteeltje met vier bolle torens. Het fort van Cluis was ook indrukwekkend, maar daar wilde de regen niet voor stoppen.


Cluis-Dessous De Creuse bij Crozant

Tussen deze kastelen in staat de kerk van Neuvy-St-Sepulchre, een vreemde eend in de bijt die is gebouwd naar voorbeeld van zijn naamgenoot in Jerusalem. Hij bezit drie druppels bloed van Christus in een prachtige relikwiehouder. Gelukkig begon het weer bij Crozant een beetje op te klaren, want dit is wel een erg mooi gelegen plaatsje. Het ligt namelijk aan de veelgeschilderde kloof van de Creuse. Het was overigens wel flink klimmen vanaf de brug! Gelukkig ligt de camping dichtbij.

Dag 16 – Donderdag 25 juli - Crozant naar Châtelus-le-Marcheix (71 km - 5 h)

De dag begon grijs, maar het is wel droog gebleven. Het spectaculaire Crozant maakte helaas al snel plaats voor hobbelwegen langs velden met koeien en hagen van varens. In St Agnat de Versillat hebben we een “lanterne des Morts” gezien waarvan we thuis nog moeten opzoeken wat dat is. La Souterraine moest er ook een hebben, maar die hebben we gemist.


La Souterraine

We hebben wel de kerk van La Souterraine gezien, met randen vol stenen hoofdjes en een toren met een witte steen erin die iets met pelgrims te maken heeft. Naast de kerk staat de middeleeuwse stadspoort van St Jacques, met daarachter een wirwar aan winkelstraatjes en richtingwijzers naar de VVV (niet gevonden). Naast varens en koeien biedt het Franse land sinds vandaag ook dolmens, waaronder dat van St Priest-la-Feuille.


Dolmen van St. Priest-la-Feuille

Le Grand-Bourg was niet helemaal het inkoopcentrum waar we op hadden gehoopt, maar een grijs gehucht met verwaarloosde huisjes en een donkere weerkerk erin. De route werd wel langzaam mooier, met uitzichtjes op een vallei met bomen en bergen op de achtergrond. Na de uitzichtjes volgden eindelijk de welverdiende afdalingen naar Châtelus, waar we nu staan op een municipalletje met veel groen uitzicht.

Dag 17 – Vrijdag 26 juli - Châtelus-le-Marcheix naar Masseret (80 km - 5 h 21 min)

In de buurt van Chatelus-le-Marcheix

Het is helaas nog steeds grijs en vochtig en de route liep door een nogal troosteloos bosbouw gebied. Dorpjes zijn hier nauwelijks en de wegen worden alleen bevolkt door Nederlandse toeristen en een enkele houthakker. Het enige levendige stadje van vandaag was St Leonard-de-Noblat. Wat hij heeft gedaan om heilig te worden weten we niet, maar hij ligt begraven in de plaatselijke granieten kerk onder een zware steen met martelwerktuigen erboven. De kerk ligt in het middeleeuwse deel van de stad, temidden van pleintjes met huizen met kasteeltorentjes en vakwerkhuizen.


St. Leonard-de-Noblat

Weer een dolmen vandaag, namelijk dat van Pouyol. We hadden het bijna gemist, want het lag verscholen achter een dikke haag van bramen enzo. Helaas wordt ons gezwoeg van vandaag niet beloond met een stevige maaltijd; de buurtsuper van St Germain verkocht alleen blikken champignonragout zonder champignons.


We staan vanavond op de camping van Masseret aan een meertje waar je met beter weer vast heerlijk in kan zwemmen. Masseret zelf ligt op een heuvel ernaast, dicht genoeg bij om de toren te kunnen zien, maar te ver en vooral te hoog om even een kijkje te nemen. We mogen ons trouwens wel schrap zetten vannacht; het veld is zo schuin dat we anders in het meer wakker worden!

Dag 18 – Zaterdag 27 juli - Masseret naar Brive-la-Gaillarde (81 km - 4 h 59 min)

De zon is terug en we kregen er nog schaduwrijk bos bij ook. Het hoogtepunt van vandaag was Uzerche, ook letterlijk, want het ligt op een rots.


Uzerche Donzenac

Het was het beklimmen van de steile straatjes dubbel en dwars waard. Overal poorten, oeroude huizen met leuke torentjes en doorkijkjes naar beneden. Het stadje werd vandaag bewoond door gekke poppen van oude flessen enzo. Behalve met Uzerche waren we ook erg blij met de lange afdaling naar Donzenac, over een weg door bos en langs een riviertje. Donzenac zelf zag er ook verleidelijk uit, maar daar moesten we een steile weg voor af die we liever niet weer terug wilden fietsen. En toen was het nog maar 10 km naar Brive-la-Gaillarde, al hebben wij daar met onze zoektocht naar een Centre Commerciale het dubbele van weten te maken. Achteraf ligt er notabene een mega supermarkt naast de camping! Vreselijke camping trouwens; hij is verdeeld in een helft voor gewenste toeristen, aan het riviertje en met groen, en een helft voor de duidelijk ongewenste zigeuners, die op elkaar gepakt staan op hun geasfalteerde deel. De voorzieningen zijn absoluut niet op deze invasie ingesteld en er is dan ook geen drup warm water. Geen geschikte plek voor onze geplande rustdag helaas.

Dag 19 – Zondag 28 juli - Brive-la-Gaillarde naar Gluges (44 km - 3 h 02 min)

Geen rustdag dus vandaag, maar een stevige klim om uit het dal van Brive te komen. Na deze klim stonden we oog in oog met Turenne, alleen zat er nog een diep dal tussen. Gelukkig was het een erg mooi dal, met schaduwrijke bomen en het steeds groter wordende profiel van Turenne met z’n indrukwekkende kasteeltoren.


Turenne

Het is een verschrikkelijk leuk dorp, maar met zo’n steile weggetjes dat we het niet meer helemaal tot aan het kasteel hebben gered. Het was ook meer weer voor een terrasje met koele IceTea. We dachten al dat Turenne hoog lag, maar Martel lag nog een flinke klim verder. Ook dat was weer een leuk middeleeuws dorp dat trots is op zijn torentjes, maar ook hier hadden ijs en IceTea een hogere prioriteit. Helaas hebben we niet eens een foto gemaakt vanaf ons terrasje dat toch echt op het plein lag met de beroemde ronde markthal. Het excuus is dat we hier op de camping zouden gaan staan en nog terug zouden kunnen voor een fotosessie, alleen blijkt de camping stiekem in Gluges te liggen, kilometers naar beneden aan de port des loisirs. Ja, we kamperen vandaag wel sfeervol aan de Dordogne. Morgen dan toch onze rustdag!

Dag 20 – Maandag 29 juli - Rustdag in Gluges

We hebben onze rustdag in een kano op de Dordogne doorgebracht. We hoefden ons alleen maar door de stroom mee te laten voeren, maar door gebrek aan stuurmanskunst was ook dit nog een hele klus. En nu, na een hele dag rondhangen, kanoén en een beetje afkoelen in de rivier, zitten we op een terrasje het onweer af te wachten.


Nou, de onweersbui viel uiteindelijk wel mee, het restaurant daarentegen nogal tegen. Niet dat het eten niet lekker was, maar we gingen wel met honger naar bed. We hadden ’s middags ook al onze karige lunch van droog stokbrood met jam moeten delen met een kolonie wespen.

Dag 21 – Dinsdag 30 juli - Gluges naar Vers (67 km - 4 h 15 min)

Er is weinig poetisch aan een Vers op een onweersavond, vooral niet als je hem door moet brengen op een half ondergelopen kampeerterrein waarvan de warmwatervoorziening het heeft begeven. Eigenlijk hadden we geen onweer meer verwacht vandaag, want het heeft de hele dag gemiezerd. Hoewel we blij waren met de paar graadjes minder, was het gemiezer wel erg zonde van Rocamadour.


Rocamadour bij regen Landschap onderweg

Ons gezwoeg naar l’Hospitalet had beloond moeten worden met een prachtig uitzicht op Rocamadour, maar dat zat er vandaag niet in. Van l’Hospitalet ging de weg loodrecht naar beneden Rocamadour in, alwaar we ons al snel hebben laten verjagen door het massatoerisme. We hebben zelfs de 260 treden naar de kerkjes overgeslagen. Tja, en toen moesten we de kloof weer uit … wel met de belofte van een 20 km lange afdaling naar Vers. En die was wel lekker ja! Wat we ook erg waardeerden was dat ze met het onweer hebben gewacht tot we ons eten achter de kiezen hadden.

Dag 22 – Woensdag 31 juli - Vers naar Moissac (82 km - 5 h 12 min)

Vanochtend hadden we net zo’n beetje alles ingepakt toen we ontdekten dat we de fietscomputer kwijt waren. Alles overhoop gehaald, maar uiteindelijk lag hij in het natte gras tussen de bladeren. Vergeten na de snelle evacuatie voor het onweer. Gelukkig doet hij het nog. Daarna kon de reis naar Cahors beginnen. Daar was het markt en begrafenis om en in de Kathedraal, en dus complete chaos.


De markt in Cahors Pont Valentre met het duiveltje

Cahors maakte zich nog minder populair toen Peters pinpasje werd opgegeten door de geldautomaat. Na het oponthoud bij de bank was wel de Kathedraal weer toegankelijk. Een prachtig bouwwerk met drie grote koepels, helemaal beschilderd met heiligen en ridders. Hierna zijn we de brug met het duiveltje over gefietst. Volgens de legende zou de duivel de brug helpen bouwen in ruil voor de ziel van de architect. Die heeft nooit de laatste steen geplaatst, zodat de brug nooit af kwam en de duivel dus naar z’n ziel kon fluiten. De brug eindigde helaas bij een levensgevaarlijke snelweg.


Picknic na een vermoeiende klim Castelnau-Montratier

We hebben het uiteindelijk droog weten te houden tot Vazerac, waar we in een kerk hebben geschuild met een tentoonstelling over processies. Vanavond hangen er nog wolken boven onze tent, maar morgenochtend zijn ze weg, dat is beloofd!

Dag 23 – Donderdag 1 augustus - Moissac naar Lectoure (63 km - 4 h 19 min)

De zon is terug en we zouden niets meer te klagen hebben, als er niet een fiks tegenwindje was opgestoken. We zijn de dag begonnen met twee rondjes Moissac, eentje om de kloosterkerk te bekijken (mooi portaal en schilderingen) en eentje om een bakker te zoeken.


Moissac Auvillar Auvillar

Onze route begon met kilometers kiezelig jaagpad tussen een kanaal en de Tarn in. Behalve door de kiezels werden we ook opgehouden door talloze wandelaars/bedevaarders. Ja, we zitten nu onmiskenbaar op de weg naar Santiago. Het pad eindigde in een vlakte met appelbomen en een kerncentrale. Niet gek fietsen dus, tot Auvillar (leuk oud stadje met overdekte marktplaats en uizicht op het dal), waar het klimmen begon en niet meer stopte.


Zonnebloemen van Flamarens

We hebben het dan ook niet gered tot ons einddoel van vandaag, maar staan tot onze grote afschuw op een camping bij Lectoure, op een pestveldje van 16 Euro 60, temidden van een Nederlandse kolonie VacanceSoleilers. We hadden morgen Lectoure nog willen bekijken, maar de camping blijkt kilometers van de stad te liggen en terug fietsten betekent een flinke klim. Wel jammer, want het zag er leuk uit.

Dag 24 – Vrijdag 2 augustus - Lectoure naar Montesquiou (70 km - 4 h 26 min)

We hebben vannacht geen oog dicht gedaan, met dank aan de oordopdoorschreeuwende Nederlandse pubers en het schuine veldje. Maar vanavond wordt die kampeermisère goed gemaakt met een nachtje Le Haget. Dat is een luxe camping op het terrein van een chateau. Ook dit is helemaal Nederlands, maar meer gericht op jonge gezinnetjes, en bovendien heeft het een speciaal rustig veld voor pelgrims (we kregen hier zelfs pelgrimskorting).


Uitzicht op Lectoure Montesquiou

De route was vandaag niet erg veel soeps. We hadden eerst nog leuk uitzicht op Lectoure tussen de zonnebloemen, maar het grootste deel van de dag hebben we door manshoog maïs gefietst. Biran had nog iets moeten zijn met z’n torentjes, ware het niet dat we deze vakantie al veel te veel verwend zijn met leuke stadjes als Vézelay.

Dag 25 – Zaterdag 3 augustus - Montesquiou naar Morlaàs (68 km - 4 h 27 min)

We hebben héél hard geklommen en zijn zelfs als Tour-de-France rijders toegezongen, maar nog steeds is er geen Pyrenée in zicht. We hebben weer voornamelijk tussen het maïs gezeten en leuke plaatsjes zijn hier schaars. We houden wel nog Morlaàs zelf tegoed, want de camping en de supermarkt kwamen nu eenmaal eerst op onze route. Ze zitten trouwens handig naast elkaar, en nog handiger is is dat de Super-U zondagochtend open is. De camping is niet zo luxe als die van gisteren; gewoon een Frans municipalletje met een veldje voor de jeu-de-boules.


Eindeloze maisvelden vandaag...
Dag 26 – Zondag 4 augustus - Morlaàs naar Oloron-Sainte Marie (66 km - 4 h 08 min)

Het bezoek aan het kerkje van Morlaàs bleef bij de buitenkant, want binnen was een mis bezig. Hetzelfde gold voor de Kathedraal van Lescar (vlakbij Pau, dus vlakbij de Pyreneeën, dus een stadje vol steile weggetjes). De buitenwijken van Pau voerden ons ook door een industrieterreintje met nota bene een Gemco International!


Morlaas Lescar Oloron-Ste Marie

Na Lescar volgde het Compostella-plaatsje Lacommande, met kerkje tussen de bloemen en een kerkhofje vol ronde pelgrimskruisjes. Een klim door de bossen leverde de eerste uitkijkjes op de Pyreneeën op, al zijn ze in dit weer en op deze afstand nog wat wazig. Vanaf de bult van Goès stonden we ineens oog-in-oog met Oloron-Sainte-Marie, het officiele eindpunt van onze route. Dat betekent dus uit eten! (Bovendien is het zondag en is de snackbar van de camping gesloten …)


De kathedraal van Oloron Sainte Marie

We hebben uiteindelijk tegenover de kathedraal heerlijk en veel anguilles en gamba’s en aardappelsoep gegeten. Prachtige kathedraal overigens, met prachtig oud portaal en helemaal beschilderd van binnen.

Tja, en toen weer lekker slapen op onze matjes, knus op een veldje vol motorrijders.

Dag 27 – Maandag 5 augustus - Oloron-Sainte-Marie naar Mauléon-Licharre (44 km - 2 h 31 min)

We hadden vandaag een halve rustdag, want anders moesten we de Col d’Osquich er nog even bijdoen, en daar trekken we liever een aparte dag voor uit. Eindelijk wat meer zicht op de bergen, al was het nog steeds geen erg helder weer. Hét kerkje van vandaag, dat van l’Hôpital-St Blaise, blijkt nu een son-et-lumiére te huisvesten en daarmee was voor ons het leuke eraf. We zitten overigens ineens in Baskenland; alle naambordjes zijn ineens tweetalig. Vandaag delen we een veldje met een fietster. We hebben een beetje asociaal het hele veldje behangen met onze was, maar zo vaak krijgen we nu eenmaal niet de kans om een wasje een hele middag te laten drogen. Mauléon blijkt een genoeglijk plaatsje te zijn met een rivier erin en een erg steile bult met een fort erop. Vanaf het fort hadden we mooi uitzicht op het dorp en de bergen.


Eerste blik op de Pyreneeën Mauleon
Dag 28 – Dinsdag 6 augustus - Mauléon-Licharre naar St Jean-Pied-de-Port (45 km - 2 h 54 min)

Het is gisteren meteen na het eten gaan regenen, en dat deed het ’s ochtends nog steeds. Aangezien het bepaald niet fijn is om met slecht weer in een claustrofobisch tentje als het onze te kamperen, schrijf ik vanavond in de luxe van een hotelkamer. Het had vandaag een fantastische tocht door de bergen moeten worden, maar in de regen hadden we daar weinig oog voor.


Col d'Osquich

Gelukkig was het wel even droog voor de Col d’Osquich en hadden me mooi uitzicht op een groen en zonnig dalletje met in zwarte wolken gehulde bergen op de achtergrond. Maar daarna dus het type stortregen dat ons naar een hotelletje deed vluchten. Uiteraard werd het toen droog … wat ons wel de gelegenheid gaf om het stadje te bekijken. Het is hier bijzonder toeristisch! Als laatste pleisterplek voor de oversteek naar Roncesvales draait de economie hier op pelgrims. Wij zijn even richting kasteel gewandeld, hebben de stadspoorten bekeken en hebben ons laten afzetten in het waardeloze St Jacques museum in de Prison des Eveques.

De fotosessie laten we even zitten tot morgenochtend, als het misschien wat minder zwart ziet van de mensen.

Dag 29 – Woensdag 7 augustus - St Jean-Pied-de-Port naar Hendaye (82 km - 4 h 23 min)

Er was ons nog één zonnige dag beloofd voor de volgende oceaandepressie, dus hadden we besloten de laatste 80 km snel te fietsen en dan voor de laatste dagen een autootje te huren. Eerst wel nog een fotootje geschoten en eten ingeslagen voor een picknick langs het spoor.


St. Jean-Pied-de-Port St. Jean-de-Luz

We hadden geen officiéle route meer, dus dat werd fietsen langs de grote weg. Eerst een eind mooi langs een rivier, maar richting zee werd het steeds drukker en drukker tot files aan toe in St-Jean-de-Luz en Hendaye. Het was namelijk inderdaad echt strandweer! Toch kon het strand van Hendaye ons niet verleiden, eigenlijk vooral niet omdat we de overvolle campings niet zagen zitten. De Avis in Hendaye bleek geen auto’s meer te hebben, maar bracht ons op het lumineuze idee om het te proberen op het vliegveld aan de Spaanse kant (een kilometer of vijf verderop). Nu hebben we een bak waar we met fietsen en al in kunnen. We hebben vervolgens zo lang rondgetuft dat alle campings vol zaten. Uiteindelijk zitten we weer bijna in St Jean-Pied-de-Port. Grappig trouwens, hier staan we dan met een bak van een auto en ons kleine tentje ernaast. Onze fietsen zijn vannacht ruimer gestald dan wij zelf! Nog een paar dagen met de auto de Pyreneeen aan de Spaanse kant bekijken en dan met de fietsbus naar huis ......


Eindpunt