Dit is het reisverslag van een fietstocht van Maastricht naar Saintes Maries-de-la-Mer aan de Middellandse zee in augustus 2001. De totaal gefietste afstand is 1482 km in 97 uur fietstijd met een gemiddelde fietssnelheid van 15,3 km/u en een gemiddelde dagafstand van 62 km. Er is gebruik gemaakt van de routebeschrijving in het routeboekje "de groene weg naar de Middellandse Zee", uitgave 1999, uitgegeven door de Fietskaart Informatie Stichting.
Gisteravond hebben we optimistisch geprobeerd om alle spulletjes van ons lijstje netjes in de fietstassen te krijgen en ook nog onder de 25 kilo per persoon te blijven... dat werd dus wikken en wegen. En natuurlijk was het nu te laat voor een lichtere tent enzo. Een lesje voor de volgende keer! Oef, en misschien hadden we sowieso een keertje met bepakking moeten oefenen, want het was 's ochtends even schrikken tijdens het ritje naar het station. De NS had trouwens een prachtige 1-richtings wagon voor ons aangekoppeld met haken om je fiets aan op te hangen (als je tenminste geen hip vlinderstuur hebt).
De route voerde van Maastricht richting Belgische grens bij Grijzengraaf, een lekker beginnetje voor onze onwennige fietsen. Maar daarna werd het heet! en moesten we ook nog klimmen! Tja, en toen leken die vooraf uitgezochte oude kerkjes en zelfs Abbaye Val-Dieu niet meer zo interessant als een supermarkt met koude yoghurtdrank. En die zijn niet zo dik gezaaid in de Ardennen. Toch gevonden, zelfs een met blikken ratatouille. De camping van Sart-lez-Spa kenden we al van een proefritje, gelukkig maar, want Ester had het hééééélemaal gehad.
We hebben tot 11 uur gewacht tot de tent en wasjes droog waren, en zijn toen alsnog met natte spullen vertrokken. We nemen ons voor om morgenochtend in ieder geval vroeg te vertrekken, ook al zijn onze spullen nog nat. We hoeven dan tenminste geen hellingen te beklimmen in de brandende zon. Het eerste stuk van de route voerde door mooie schaduwrijke bossen met veel klimmen maar ook met geweldige afdalingen. We konden ook voor het eerste genieten van mooie vergezichten als was het wel flink klimmen om er te komen. De afdalingen gaan makkelijk al gaat het van tijd tot tijd wel met een snelheid van tegen de 50 km/h. Best wel snel zonder de bescherming van een valhelm. De lunch hebben we gebruikt bij het riviertje de Ambleve bij een snacktent van kanoërs al hebben wij brood met hazelnootpasta gegeten.
Na de lunch meteen een stevige klim die we bij de voorbereidingen al eens gedaan hadden. Hij was nu een stuk minder vermoeiend; trainen helpt!! De rest van de dag ging relatief makkelijk door een dal al was het wel ontzettend warm en kwam er van sight-seeing niet veel terecht. In Liernieux toch maar even gestopt voor een verfrissing. De ice-tea was nu nog gewoon met prik en zonder smaakje. Na wat gezoek de camping gevonden waar we op een leeg trekkerveldje mochten staan. Na enige studie bleek het een 'bejaardencamping' te zijn en dus heel rustig. De voorzieningen waren er wel, maar oud en ontzettend duur (50 BEF voor een douche).
Het avondeten bestond nog uit voorraad die uit Eindhoven meegenomen was: meergranen rijst met ragout. Wel lekker na zo'n dag die overigens een stuk minder vermoeiend was dan gisteren. We zijn lekker vroeg naar bed gegaan op deze rustige camping, maar het was al vlug duidelijk dat het een ontzettend koude nacht zou worden in onze te koude 'fleece' slaapzak.
Na een koude nacht werd het al snel heter en heter. Het is nu al duidelijk: de fleece-slaapzak voldoet niet, hij is te koud. De route voerde door een mooi en heuvelachtig stuk Ardennen. Het laatste stuk Belgische Ardennen was echter volledig uitgestorven, dus geen terrasjes en geen winkeltjes met koele yoghurtdrank en ook al geen bankjes. We snappen niet hoe mensen kunnen wonen in al die troosteloze gehuchtjes. Gelukkig kwamen we op een gegeven moment bij een camping met Ice Tea en een aardige caféhouder die onze bidons bijvulde met ijskoud water. Het was maar goed ook dat we water hadden bijgetankt, want de route ging verderop stevig omhoog. Na vergeefse pogingen in verschillende gehuchtjes om een bakker te vinden kwamen we in een dorpje waar volgens onze beschrijving een supermarkt moest zitten. Helaas was deze vandaag gesloten (wel op zondagen open trouwens)! Onze lunchpauze hebben we gehouden in een bos op onze eigen stoeltjes, met eeuwig houdbaar Duits overlevingsbrood en hazelnootpasta.
Na de grens met Luxemburg werden we ineens verwend met kilometers berg af, deels via een luxe fietspad dat is aangelegd op de plek van een oud spoor. En zo hebben we toch nog vrij pijnloos Wiltz gehaald, met de luxe van een pinautomaat. De eerste supermarkt bij de camping was helaas gesloten wegens brand maar de tweede was maar iets verder weg. We kunnen nu een keer echt koken! Het was uiteindelijk toch een mooie maar vermoeiende tocht, waarvan we alweer te weinig foto's hebben gemaakt.
De camping is een megacamping waar ontzettend veel caravans min of meer tegen elkaar aan staan en de bewoners elkaar allemaal lijken te kennen. De uitwisseling van het weerbericht, de krantenberichten en de sociale controle op spelende kinderen werd dan ook schreeuwend gedaan (in het Nederlands!). Heel irritant voor vermoeide fietsers; de oordopjes zullen hun dienst dan ook wel bewijzen vannacht.
De afgelopen nacht was gelukkig een jas warmer dan de nacht ervoor. We hadden vandaag een sightsee- en rustdag. Voor het sightsee gedeelte moesten we in de brandende zon de berg op waar Wiltz op ligt en voor het rust gedeelte mochten we op elk bankje uitrusten, en dat waren er veel! Welgeteld waren er vier bezienswaardigheden: twee kerkjes (lekker koel, verder niet indrukwekkend), een oorlogsmonument met uitzicht en een chateau dat is omgebouwd tot bejaardentehuis met podium voor voorstellingen.
Nadat we wat gegeten en gedronken te hebben bij een bakkertje zijn we de rest van de middag huishoudelijk bezig geweest en naar het drukke zwembad geweest om mensen te kijken.'s Avonds weer heel gezond gekookt (pasta met saus en salade) en veel lekkerder dan de buren met hun inbouwkeuken (frites met fritessaus uit Nederland). En nu maar wachten tot we naar bed mogen...
We waren extra vroeg opgestaan om onze aangekondigde klim van 7 kilometer in de schaduw te kunnen fietsen, maar uiteindelijk viel hij best wel mee. We hebben op deze (korte) etappe voornamelijk de Sûre en al onze mede Groene Routerijders gevolgd. Iedereen moet wel een keertje foto's maken of boterhammen eten, dus je komt elkaar wel vaak tegen! De camping was vlak bij de brug op de foto en we waren er vééél te vroeg om al te gaan kamperen. Heet, heet, heet en nog eens heet. Toen zijn we maar ijsjes gaan eten in de geairconditionde "Cactus", een flink formaatje supermarkt.
Aaaach, en onze bejaarde buren op de camping verbleven in een tot gezellig stulpje verknutseld groen busje. Nog een leuk alternatiefje voor als we te oud zijn om op een matje te slapen.
De route begint vandaag niet spectaculair: langs industrieterreintjes enzo. Mersch schijnt een Romeinse villa en Prettingen een 13e eeuwse kasteelruïne te hebben, maar beide hebben we niet gevonden. Het fijne van dit stuk was dat het heel vlak was en er dus niet geklommen hoefde te worden. het stuk bij Luxembourg was onverwacht groen. We volgden grotendeels de Alzette door bossen en parken door het centrum van de stad. De route ging zelfs langs het kasteel.
We hoefden eigenlijk maar tot Alzingen, maar daar was de camping niet zo leuk. Een veld met een hoog hek eromheen: net een dierentuin. We zijn maar doorgefietst tot de camping in Bettembourg. Gisteren in Ettelbrûck moest iedereen met de fiets naar het sanitair, vandaag staan we recht naast het sanitairblok geparkeerd. En dat is maar goed ook, want het dreigt al de hele dag te gaan regenen of onweren.
Onze luxe plek naast alle voorzieningen kwam 's ochtends van pas toen de regen bleek door te zetten en we brood moesten halen en een grote vuilniszak om de kleddernatte tent in te stoppen. Helaas nog steeds geen zonnetje om ons in Frankrijk te verwelkomen. Wel veel lieve Franse dorpjes met grote bloembakken, kasteelmuren, boerderijtjes en oude kerkjes. En heel veel verlaten groen en zompig bos. Tussen al dit groen en de slaperige dorpjes vandaag een horizonvervuilende kerncentrale, dat is helaas ook Frankrijk. Na de kerncentrale was het even droog en hebben we uitgepuft bij een sluis in een kanaal bij de Moezel. Daar ging namelijk een echt enorme boot doorheen. Hadden we toen maar meteen onze boterhammetjes gesmeerd, want die moesten we nu midden in de regen eten op een dorpspleintje.
Over de camping helaas niet veel lovende woorden... Het is een stenig, modderig terreintje vol met mossige Franse caravans waarin morsige Fransen het de hele zomer in weten uit te houden, met oud en vies sanitair.
We hadden vandaag de tocht der tochten (80 km - geen camping op de route) op het programma staan en we hebben hem gehaald! Het begon allemaal niet zo feestelijk; we hadden speciaal de wekker om half 7 gezet om genoeg rustpauzes te kunnen houden, en toen regende het dat het goot. Uiteindelijk toch de boel maar weer nat ingepakt (arme Peter, kilo's extra aan natte tent) en gaan fietsen. Voordeel van het huidige weer is dat de route wel erg mooi groen blijft. Die route ging weer door allemaal slaperige dorpjes en eindeloze Van Gogh-velden met rollen stro. Het wordt wel steeds leger en de dorpjes troostelozer. Ze bestaan allemaal uit een kerkje, wat huisjes en een oorlogsmonument en gelukkig nog heel af en toe een bakker voor de lekkere trek. Tegen de middag hield het op met regenen, maar helaas niet met (tegen)waaien. Onderweg weer vééél landgenoten, te herkennen aan dezelfde volgepropte fietstassen en Groene Routeboekjes. Kennelijk passen we goed in het plaatje, want we kregen zomaar ongevraagd de weg gewezen.
De camping hier in Chateau Salins is ronduit geweldig; klein maar schoon en met lekker heet water. Ester was bij aankomst zo kapot dat een andere Groene Routerijder een perzik kwam brengen om haar weer een beetje op te fleuren. Intussen heeft Peter onder aan de helling de boodschappen gehaald.
Onze ideale camping was nog idealer geweest als het huwelijksfeest niet tot vijf uur 's morgens was doorgekaraoked, de buurezel niet was gaan balken en er om half 6 geen auto was gaan toeteren zodat wij dachten dat er een bakker was. Vandaag gaat de geschiedenis in als de dag van het achtervolgende front.; Ra, ra, geen idee hoe we op de hielen gezeten konden worden door regenwolken met zo'n tegenwind! We waren dan ook al na 40 km moe. Daar was Luneville, met camping, maar na een terrasje met gebakjes hadden we weer energie voor Bayon. Eerst nog een beetje gesightseed in Luneville, getuige de foto's van het chateau en het barokke kerkje. We waren het stadje nog niet uit of het front had ons te pakken. Uiteindelijk waren we zo kapot dat we het XIIe eeuwse kerkje van Froiville rechts hebben moeten laten liggen (moesten we een trapje van tien treden voor op).
De camping van Bayon bleek ook al midden in de stromende regen te liggen. Uiteindelijk heeft Peter de tent erin weten op te zetten. En nu zitten we lekker warm te worden in een schuilhuisje (zou het hier vaker regenen?). De Franse campinggastjes vinden ons maar vreemd en saai, geloof ik: ze proberen ons nu bang te maken door te doen alsof ze ons opsluiten. Er is wel GOED nieuws van onze Nederlandse caravanburen: naar het zuiden toe is het prachtig weer!
Kon het weer nog viezer? Jazeker, dat kon nog stukken viezer! We konden nog net droog inpakken en toen ging het motten en waaien (tegen natuurlijk) en gieten. We hebben de hele dag naar een beetje blauwe lucht gezocht, maar niet gevonden. Erg zonde van de mooie uitzichtjes en al het bos waar we doorheen gefietst zijn en die er niet fotogeniek bij lagen vandaag. Geen enkele foto van vandaag dus. Wel nog herinneringen aan de speurtocht naar een droog plekje om appelflappen te eten. Uiteindelijk werd het geen bushokje maar een garage, waar we achter een auto nog een ingebouwd stenen bankje vonden. Kennelijk een bewoond bankje, want na de flap hadden we ineens een lifter; een wel hele dikke rups.
Het campinkje van Darney ligt op een groene helling en we staan hier midden tussen de zigeuners. Links van ons staan vriendelijke mensen in een reuze gezellige caravan, maar aan de andere kant staat een nogal asociaal gezin met een gemene hond en daar moeten we telkens voorbij om bij het washok te komen. Ondanks de supermarkt om de hoek en goede faciliteiten dus toch niet zo'n geschikte locatie voor onze geplande rustdag. Dankzij de supermarkt dus wel lekker gegeten! En wonder boven wonder blijft het elke avond rond etenstijd net even droog.
Het is nu dag 12 en we zitten in het zonnetje te wachten tot onze was droog is. Heerlijk, straks een schone handdoek en schone T-shirts. Zo gauw de was droog is en veilig in de tent ligt (we vertrouwen het weer voor geen cent) gaan we het dorp verkennen. Dit is echt een watersportdorp, maar wie weet is er nog iets leuks ouds te vinden. Gisteren hebben we weer door de stromende regen gefietst en zijn we ook nog zo dom geweest om een deprimerend weerbericht te lezen. Tijdens onze ruim 60 km hebben we de Saone zien uitgroeien van een onbeduidend stroompje tussen het groen tot de grote attractie van dit dorp. En weer hééél veel Groene Routerijders gezien; we zijn niet de enige stugge volhouders.
Uiteindelijk niet meer gesightseed, alleen even gekeken bij de sluisjes. Daarna hebben we decadent boodschappen gedaan, we hadden even genoeg van de pasta en rijst. Mmmm, biefstuk met gebakken aardappeltjes en veel toetjes toe. Tussendoor hebben we ons laten vermaken door onze overburen, een Frans stel in een 70s tentje, die tussen de sigaretten door proberen wat dingetjes te doen. Sigaretje, 2 minuten pingpongen, sigaretje, 2 minuten eten, sigaretje, 2 minuten badmintonnen, etc. En vannacht was het weer voorbij met de zon en heeft het weer gegoten.
We moesten na alle nachtelijke buien de boel weer nat inpakken, maar het weer heeft zich op hier en daar wat zwarte wolken en veel wind na voorbeeldig gedragen. We kregen al heel snel leuke plaatsjes, zoals Ferrieres-les-Scey met een oude met bloembakken versierde wasplaats en Scey-sur-Saone met z'n leuke torentjes (waarom eigenlijk geen foto gemaakt??) Alle huizen zijn hier trouwens ineens rijkelijk versierd met gekke torentjes.
We beginnen duidelijk in het zuiden te komen, want er staan nu velden met zonnebloemen. Een van de hoogtepunten van vandaag had Gy moeten worden, maar de route liep niet door het centrum en we hebben nog steeds te weinig conditie voor bergop omrijden. Na Gy was het nog 15 zware kilometers naar Marnay, een erg schattig dorpje vol oude huisjes, iets kasteligs en gelegen aan de rivier Ognon. We hebben ons voorgenomen het morgen te sightseeen.
Zon!!! In het zonnetje ziet alles er meteen zo veel vrolijker uit. We hebben eerst Marnay bekeken, waar we gisteren niet meer zo'n puf voor hadden, want het is er nogal stijl en we zaten met een verse voorraad boodschappen. Marnay bestaat uit een helling met steegjes, een kastelig bouwsel en een kerkje en onderaan de rand stroomt de rivier de Ognon.
Na de fotosessie zijn we richting Besancon gefietst, langs nog veel meer leuke dorpjes met gekke boerderijtjes, grappige torentjes en kerkjes met glimmende geglazuurde spitsjes met hanen erop. Nieuw vandaag en hoopgevend voor een tocht naar Zuid-Frankrijk waren de wijngaarden. En we hebben de Jura voor het eerst gespot! Na een heerlijk comfortabel stuk fietsen langs de Doubs hebben we de Grottes d'Osselle bezocht, een nogal frisse aangelegenheid (13 graden). We waren niet bepaald de eerste bezoekers; de grotten worden al eeuwen gebruikt als schuilkerk en exotische plek voor banketten. Daarvoor hebben er al holenberen gewoond, die nu opgezet afschrikwekkend in de grotten staan te wezen, dan wel gestolen zijn door iemand met een bizarre smaak.
Bij Arc-et-Senans lag de volgende toeristische trekpleister, Saline. Saline is een "deale stad" van symmetrische huisjes om een zoutfabriek. Het zag er een beetje kitsch uit met z'n neoklassieke zuilen en we hebben het dan ook gehouden bij een blik (en veel foto's) door het hek. We moesten ook nog bijna 30 km en het was al aan de late kant. Maar we hebben het weer gehaald. De camping hier in Poligny is prachtig nieuw, lekker rustig en heeft uitzicht op de Jura.
De remblokjes moeten al vervangen worden. Even wat gedoe, want de remblokken die we meegekregen hebben van de fietsenmaker zijn niet dezelfde als de remblokjes die op de fiets zitten. We staan nu op een camping aan de Ain met uitzicht op wat bulten Jura. We hebben de barrage van Vouglans net achter de rug, dus de Ain is hier zo mak als een lammetje. We zijn vanochtend begonnen met een flinke klim van Poligny recht het eerste plateau van de Jura op naar het hoogste punt van de hele route (ruim 600 m), dus meteen bekaf. Maar behalve een van de zwaarste tochten van de vakantie werd dit ook zeker een van de mooiste. De klim werd al snel beloond met de Cirque de Ladoye, een keteldal met veel leerzame bordjes eromheen die we hebben gefotografeerd voor als we later een keer de puf krijgen om ze te lezen.
Onderweg zijn we nog even in Pont-de-Poitte afgestapt voor een ice-teatje, dat we sfeervol hebben opgedronken op het dorpsplein, met uitzicht op medefietsers die velglinten moesten vervangen (ja, dat kan kennelijk ook fout gaan). Daarna zijn we verder gezwoegd naar de Col de la Percee.
Een van de letterlijke hoogtepunten van het Lac de Vouglans met zijn gifgroene water. Gelukkig ging de route van daaraf lekker naar beneden, mee met de Ain. Onderweg nog even gestopt bij een enorme stuwdam, een spektakel met een friettent ernaast. We waren bijna gegaan voor de vette hap, maar Peter bedacht dat het zaterdag was en dat we eten moesten inslaan voor zondag. Nu zijn we helemaal doorgefietst naar Condes, waar volgens ons boekje een winkeltje zou zijn, maar dat is dus niet waar. Gelukkig konden ze op de camping een hamburgertje met friet voor ons bakken en konden we brood bestellen. Het leek zo'n rustige locatie, zo aan de Ain, maar kennelijk willen de Franse campinggasten op zaterdagavond disco en jeu-de-boules wedstrijden.
We hadden een heerlijk comfortabele etappe, bijna helemaal bergaf langs de Ain. We hadden verwacht de dubbele brug over de Ain pas bij Pont d'Ain tegen te komen, maar de Ain kent natuurlijk vele ponts. Hoe dan ook was het een erg indrukwekkende hele hoge brug met onderaan de Ain, in het midden een weg en bovenop een spoor. Behalve meer bruggen heeft de Ain ook meer stuwdammen, waarvan we er ook weer veel hebben gezien. We wilden vandaag een mooie lunchplek en die hebben we gevonden op een groene oever van de Ain met zo'n beetje de laatste rotsen van de Jura op de achtergrond. Vanaf morgen staat namelijk het Rhônedal op het programma.
Eigenlijk hadden we volgens ons schema recht op een rustdag, maar dan moeten we morgen ver. We hebben dus alvast 40 km gefietst, met Saint-Maurice-de-Gourdans als glorieus eindpunt. Daar lokte namelijk een XIIe eeuws kerkje met fresco's. De tocht zelf was niet zo spectaculair, een overgangsstukje naar het Rhônedal door allemaal maïsvelden en langs een kerncentrale. Intussen moesten we hard op zoek naar een supermarkt, een schaars goed hier. Vonden we eigenlijk een klein winkeltje, was ie dicht! Gelukkig zag de eigenaresse ons en gingen ze even speciaal voor ons open. Het kerkje was erg de moeite waard.
De leukheid van het kerkje hadden we verwacht, maar de geweldige camping was een echte verrassing. De camping ligt namelijk aan de Ain, op een stukje dat dankzij de dammen niet al te wild is, maar wel wild genoeg om je een stukje met de stroom mee te laten voeren en te proberen er tegenin te zwemmen. We hebben dan ook een middagje heerlijk gebadderd en lekkere dingetjes gegeten van de bakker. Morgen gaan we weer aan het echte werk.
Je kunt als vakantiefietser toch zo gelukkig worden van doodnormale dingen als een nieuw potje oploskoffie, een douche met haakjes voor je kleren, een geurige lavendelhaag voor je tent.... Vandaag hebben we dat allemaal, en ook verschrikkelijk verdiend, want het was weer flink afzien vandaag. Het eerste stuk tussen de maïsvelden ging soepel, maar toen we de Rhône eenmaal waren overgestoken moesten we al snel weer klimmen. En we moesten een supermarkt vinden om voor twee dagen in te slaan, want morgen is het 15 augustus en feest. De route was natuurlijk te groen voor supermarkten, dus toen zijn we maar een stukje snelweg gaan volgen tot we een hyper marche vonden op l'Isle d'Abeau, wat een mooie naam is voor een akelige helling met een niet toeristisch stadje erop.
Het was maar goed dat we bij de ingang van de winkel onze boodschappen hebben ontdaan van glazen potten en de yoghurtdrank hebben gedronken, want onze alternatieve route werd meteen verschrikkelijk afgestraft met een klim van heb-ik-jou-daar. In de volle zon nog wel!
Eerst weer een boel geklim, later ook wat afdalinkjes en alweer tegenwind. Het enige voordeel van al die tegenwind is dat hij voor een beetje verkoeling zorgt, want het was weer een stralende dag.
We hebben er weer een korte etappe van gemaakt en aangezien we ook al vroeg waren vertrokken waren we al hartstikke vroeg in Hauterives. Dat was mooi, want dit is het dorpje van postbode Ferdinand Cheval, die hier een lang leven lang (1836-1924) aan zijn Palais Ideal heeft gewerkt. In zijn tijd sprak men schande van het gekke knutselwerk, maar nu pikt heel Hauterives er een toeristisch graantje van mee. Eigenlijk lijkt het paleisje nog het meeste op een zandkasteel. Overal zitten frutseltjes aan en waar geen frutseltjes zitten staan teksten geschreven waaruit blijkt hoe verschrikkelijk trots onze postbode was op zijn bouwwerk. En terecht!
De camping stond naast het zwembad, waar we af zijn gaan koelen tot we terug durfden naar onze stikhete tent. Gelukkig stond hij er nog, dankzij de inzet van al onze scheerlijnen. We staan namelijk vol in de wind. Ook niet echt handig als je probeert een pannetje water aan de kook te krijgen trouwens
Volgens het boekje vormt Crest het overgangsdeel van mooi groen naar mooie stadjes en vandaag hadden we ze allebei! We zijn begonnen met de heuvels van Hauterives, met uitzichten vol groen en dorpjes. Daarna kwamen we op een vlak stuk, omgeven door bergen en gevuld met de zoete lucht van gaarden rijpe perziken. En vanaf Chabeuil werd het weer serieus klimmen naar Crest over prachtige kronkelige bergweggetjes.
Onderweg hebben we serieus ons best gedaan om ook het mooie-stadjes-deel van de tocht niet te verwaarlozen, maar dat wilde niet zo lukken. Zo was het interessante deel van het kerkje/klooster van St. Donnat-s-l'Herbasse dicht, en dat terwijl we ervoor naar het topje van het stadje waren geklommen. Romans is beroemd om z'n kerk met wandtapijten, maar die gingen net achter slot en grendel toen wij aankwamen, en we konden geen drie uur wachten tot de volgende rondleiding. Onderweg wel nog veel dikke vierkante torentjes gezien en vlak voor Crest zelfs een heel kasteel. We hebben vandaag zo hard gefietst, dat we morgen eerst op ons gemak Crest gaan bekijken.
Nou ja, gemak en de toren van Crest gaan niet echt samen, want hij ligt op een heuvel boven de stad, aan het einde van een bijzonder fietsonvriendelijke weg. De toren zelf is trouwens ook nog een flinke klim (52 m), maar goed hij is dan ook een vestingtoren uit de XIIe eeuw. De rest van het kasteel, eigenlijk twee samengevoegde kastelen is afgebroken door Louis XIII. Boven op de toren werden we beloond met uitzicht over de stad. Hiermee waren we nog niet uitgeklommen voor vandaag, want we moesten nog een 7 km lange klim over de pas van Lauzens. Hier bestond de beloning uit imposante rotspartijen en mooi uitzicht dat nog mooier had kunnen zijn als het niet zo heiig was geweest. Maar dan zouden we weer geroosterd zijn. Hierna hadden we wel uitgeklommen moeten zijn, ware het niet dat we geen geld meer hadden en La Begude-de-Mazene geen pin bleek te hebben. Toen hebben we onze laatste muntjes omgezet in IceTea ter voorbereiding op, jawel, nog een klim van 7 km. Het was een gok, maar gelukkig blijkt Taulignan wel een pin te hebben, ingebouwd in een van zijn middeleeuwse huisjes. Een stadje om op te eten, maar dan wel pas morgen, want nu zijn we moe.
We staan op een Air Naturelle camping, een veldje bomen met een blokje sanitair in het midden, tussen de alternatievelingen. Een eindje verderop wordt getrommeld en naast ons staan mensen die al hun spulletjes, tot het zeepbakje toe, hebben vastgespijkerd aan een boom.
Nog nooit met zoveel plezier in de rij bij de bakker staan wachten als in Taulignan, maar de bakker lag dan ook in een middeleeuws steegje en de zon scheen. We hebben een beetje op goed geluk door het dorpje gefietst, op zoek naar fonteintjes, doorkijkjes en andere leuke dingetjes. Eigenlijk zou je vandaag wel de dag kunnen noemen van de middeleeuwse verrassingen, want Taulignan was vandaag niet het enige leuke dorpje op de route. Niet ver van Taulignan wachtte Valreas, waar we een geweldig Romaans kerkje bekeken zouden hebben als er een begrafenis was geweest. Erg jammer, want het zag er van de buitenkant veelbelovend uit. En alweer het eerstvolgende dorpje was Richerenches, weer een vestingdorpje van tussen muren en torentjes geplakte huisjes. Dit was wel heeel erg leuk en het is dan ook hééél erg zonde dat het in elkaar begint te zakken. Het dorpje daar weer na was weer een plaatje, La Baume-de-Transit, compleet met een (sober) XIIe eeuws kerkje, maar we konden niet blijven fotograferen.
Daarna Suze-la-Rousse, een stadje met een feodaal kasteel dat de wijnuniversiteit herbergt en dat er van een afstandje erg indrukwekkend uitziet, maar van dichtbij een beetje nieuw na al die oude dorpjes van vandaag. Of hadden we op dat moment alleen nog maar oog voor de bakker? En tussendoor, helemaal tot aan Orange, Cotes du Rhône wijngaarden, met voor de hobby wat lavendel en olijfbomen. Morgen gaan we Orange bekijken.
We hebben maar geen rustdag gehouden in Orange, want de boompjes op de camping waren nog te klein om beschutting te bieden. Nu hadden we 's nachts wel extra goed zicht op een spectaculair naderend onweer. Gelukkig voor de tent en dus voor ons had hij bij aankomst een flink tempo en was twee donderslagen later voorbij. 's Ochtends bleek de camping niet zo ver van de triomfboog te liggen; een stevig bouwwerk dat helemaal is versierd met wapentuig en vechtende soldaatjes. Twee fotorolletjes verder wachtte ons het Romeinse theater, dat helemaal in ere is hersteld om er opera's in uit te voeren. Trots verheven boven het podium staat nog steeds Augustus. Je moet trouwens geen hoogtevrees hebben als je op de bovenste bankjes wil zitten.
Na het theater zijn we meteen doorgefietst naar Avignon via een mooie route door wijngaarden en boomgaarden met kiwi's, appels en vijgen. De stadjes zijn hier dik ommuurd en voorzien van goed afsluitbare poorten, waarschijnlijk tegen ongewenst bezoek van de Rhône. We zitten nu op een pracht van een camping op het Isle de la Barthelasse, een eiland in de Rhône. Als de Pont d'Avignon nog heel was geweest dan hadden we zo kunnen oversteken naar het pauselijk paleis. Nu moeten we het doen met een sfeervol uitzicht op de halve brug en de hele skyline van Avignon met zijn stadsmuren en glimmende gouden beeld. We hebben een eigen grasveldje met een haag eromheen van bloeiende struiken en een winkeltje met vers brood. Ja, hier willen we wel een extra dag blijven. Ook hier weer een middernachtelijke lichtshow van naderend onweer en alweer de opluchting dat hij snel aan onze tent voorbij trekt. De tent begint namelijk wel een beetje te lekken.
We zijn tegen alle verkeersregels in Avignon in gefietst en dat waren er een boel, want Avignon is een wirwar van eenrichtingsstraatjes die allemaal zitten ingeklemd tussen de hoge stadsmuren. Ons eerste doelwit was het Palais des Papes, het stralend middelpunt van Avignon. Hier hebben we ons ondanks de hitte met een audiotoer in vlekkeloos Nederlands laten informeren over de kleurrijke geschiedenis van het bouwwerk. Over pauselijke banketten, schatkamers, zalen versierd met blauwe hemels vol gouden sterren, muren vol fresco's (nog enkele hoekjes van over), maar ook over brand, revolutie en hergebruik als kazerne. Naast het paleis ligt de kathedraal die uitpuilt van wandschilderingen, een orgel vol goud en talloze dikke engelen.
En natuurlijk zijn we ook sur le pont d'Avignon geweest. Dankzij alweer een leerzame Nederlandse audiotoer weten we nu dat deze helemaal geen pont d'Avignon heet , maar Pont Saint-Benezet, naar de heilige die in de XIIe eeuw de opdracht van God kreeg om hem te bouwen. Hij was toen een eenvoudige herder en niemand wilde hem geloven tot hij hoogstpersoonlijk met de bouw begon door de eerste rotsblok te leggen. Op het stuk brug dat de tand des tijds en de verwaarlozing door Lodewijk de VIIIe heeft doorstaan staat nog zijn kapelletje, met daar bovenop het kapelletje van St. Nicolaas. De nieuwe brug was hoger dan de oude, vandaar de mogelijkheid tot dubbeldekkerkappelletjesbouw. Na de brug wilden we alleen nog maar diep met ons hoofd in het zwembad om af te koelen, maar daarna wilden we wel weer een fotoritje langs de Rhone en Villeneuve-lez-Avignon. Dit laatste ligt een beetje in de schaduw van Avignon, maar heeft tocht ook een heus kasteel, een beroemd klooster en de toren van Phillipe le Bel, met een grandioos uitzicht over Avignon. Wij hebben het bij het laatste gehouden. 's Avonds zijn we "uit eten" geweest op de camping, onder het twijfelachtige genot van een liedjeszanger met gitaar.
We zijn door Arles gefietst, maar hebben alle sights bewaard voor de terugweg als hier onze bus vertrekt. We hebben het vandaag gehouden bij het niet al te inspirerende landschap van de Camarque; eindeloze vlaktes gevuld met moeras, rijstvelden, veel muggen en enorme libelles om ze op te eten. Hier en daar verschijnt nu een bordje met Stes Maries-de-la-Mer 35 km! Laten we nu net vandaag de eerste lekke band van de vakantie hebben opgelopen. Nu moet Peter verder met een wiel met een hobbel erin. Aan het einde van al het niets verscheen uiteindelijk toch het beloofde St. Gilles, een stadje dat ooit groot is geworden als pleisterplaats voor pelgrims en Jeruzalemgangers. Zij sliepen er luxe in de Benedictijner abdij (nu grotendeels verwoest), wij in onze tent onder een boog van groen. Elke kampeerplek heeft hier twee pergola's, eentje voor de auto en eentje voor de tent. Een andere curiositeit op deze camping zijn de talloze muggenvangers, een soort lampen die met veel herrie de ene mug na de ander elektrocuteren. Desondanks werden we door de mevrouw van de camping gewaarschuwd dat vanaf 8 uur/half 9 de muggen zouden toeslaan. Maar wie klaagt nu over muggen als ie kan slapen onder een schaduwrijke klimplant en kan zwemmen in een lekker koel zwembad met vriezer met citroenijsjes ernaast?
WE ZIJN ER! Ondanks de nabijheid van Stes Maries hebben we toch maar even de restanten bekeken van de kerk en abdij van St. Gilles. Door het hek dan; de beroemde XIIe eeuwse crypte hebben we overgeslagen. Ook het laatste stuk route bestond uit eindeloze vlakten met rijst, tomaten, zonnebloemen en paarden. Die paarden zijn er voor "promenades" voor de paardentoerist. "Promenades" per kano kunnen overigens ook. Wij hebben een promenade per veerboot gedaan om de petit Rhône over te kunnen steken. Die veerboot had overigens middagpauze toen wij aan kwamen fietsen, maar er was een terrasje vol ijsthee en ijsjes om de tijd te doden. Dat hoorde bij een enorme houten blokhut vol met megawespen en reuzenlibelles. Die hebben hier een goed leventje met al die met toeristenbloed gevulde muggen.
O jee, Stes Maries blijkt niet alleen een bedevaartsoord voor gekke vakantiefietsers en zigeuners te zijn, maar ook voor talloze disco minnende strandgangers. Onze camping staat op het strand en onze tent staat naast de disco, op een mierenhoop, tussen de disco jeugd, bepaald niet tussen de bomen, maar wel in de volle zon. De zee is trouwens heerlijk! Ook heerlijk was het etentje ter gelegenheid van het halen van Stes Maries.
Het was 36 graden en zo heet in de tent dat ons blikje leverpastei aan de kook raakte. 's Ochtends hebben we allereerst het kerkje van de Maries bekeken. Dat staat op de plek waar ze door de gratie Gods zijn aangespoeld nadat ze door heidenen op een bootje zonder zeil waren gezet. Behalve de kleurige beelden van de twee Maries herbergt het kerkje ook een beeld van de zwarte heilige Sarah. Het is trouwens een echt vestingkerkje met veel muren met kantelen. Vreemd genoeg kun je kaartjes kopen om op het dak te klimmen, van waaraf je uitzicht hebt over de Camargue. De rest van Stes Maries viel een beetje tegen; we hadden gehoopt op kleurrijke woonwagen en veel zigeunermuziek, maar het bleek een doodordinaire badplaats te zijn met honderden souvenirwinkels en, zoals later bleek, een openlucht disco op de camping. Pluspuntje was een delicatessenwinkel met geweldige stokbroden met tonijnsalade.
De allerallerallerlaatste 60 km en toch nog een lekke band ... dat hadden we waarschijnlijk te danken aan een combinatie van kaalgereden banden (dank aan Vredestein) en 16 km cross-country over een dijkje in zee vol kuilen, los zand, grint en keien. Aan weerszijden van het dijkje lagen moerassen met nota bene flamingo's erin!
Met deze route hebben we ons rondje terug naar Arles afgemaakt. In Arles bleek dat de camping van waaruit de bus vertrekt een eindje buiten Arles ligt, in Pont-de-Crau, wat nog spannend was met een steeds leger lopende band. Deze extra kilometers werden overigens beloond met een enorm Romeins aquaduct, de Pont de Crau dus. De camping is een verademing na de ontberingen van Saintes-Maries; we staan op een schaduwrijk plekje pal naast het zwembad. Een eindje verderop ligt een mega-supermarktcomplex, waar we uiteindelijk uit eten zijn geweest.
We hadden nog een hele dag voor alle Romeinse dingen in Arles, te beginnen met het theater. Dit blijkt nogal in puin te liggen en om het toch nog te kunnen gebruiken hebben ze het vol gezet met stellages en plastic stoelen. De arena is er iets beter aan toe, maar wegens hergebruik voor stierengevechten ook al voorzien van moderne tribunes. Ze zijn hier in Arles gewoon te veel verwend met Romeinse dingen! We zijn ook nog even langs een Romeins badhuis gefietst. Dat lag nog grotendeels onder de huizen; grappige is dat je kunt zien dat de huizen naadloos in het badhuis overgaan; hebben ze lekker de stenen gebruikt!
Het gebrek aan informatiebordjes bij de opgravingen werd ruimschoots goedgemaakt in het museum, waar we heel Romeins Arles in maquettes hebben kunnen bekijken. De renbaan, bijvoorbeeld, en de bootjesbrug en de arena met zonwering. En omdat we nog zin, tijd en een Arles dagpas hadden, hebben we ook nog de kathedraal en het klooster en een Romeinse necropolis bekeken. Tot slot zijn we nog een keertje naar de supermarkt gefietst om te genieten van de airco en eten te kopen voor de busreis terug. Daarna werd het tijd om de tent af te breken, de spullen in te pakken en een laatste duik te nemen. Vannacht slapen we in de bus. Bij de bus bleken we onze fietsen eerst nog te moeten demonteren: lowriders eraf en sturen draaien. Het nog lichte stuk van de busreis terug was een feest van herkenning; onderweg moesten we nog mensen oppikken in Avignon en Suze-la-Rousse. Daar werd de bus ook omgebouwd tot slaapbus. Echte bedden werden het niet, maar na een maand op een matje voelt alles luxe. Volgende keer gaan we wel boven. Enfin, na een nachtje bus stonden we weer keurig op station Eindhoven tussen al onze tassen? Al onze tassen? Nou ja, op een na dan die in de bus was blijven liggen.